Als de lees- en/of de spellingontwikkeling ver beneden onze verwachting blijft en de problemen zeer ernstig en hardnekkig zijn, kan er sprake zijn van dyslexie. Op het moment dat we dit vermoeden, is het noodzakelijk om de leertijd te verlengen met extra instructie en oefening.
Ouders kunnen in samenwerking met de Carrousel een beroep doen op de gemeente waar zij wonen voor vergoeding van het onderzoek naar dyslexie en vervolgens de behandeling ervan, mits er sprake is van enkelvoudige, zeer ernstige, hardnekkige problemen. Hieraan zijn strikte voorwaarden gekoppeld:

  • de leerling scoort op de Drie-minuten-toets (DMT) van Cito gedurende drie achtereenvolgende afnamemomenten op E-niveau (zwak tot zeer zwak) of op D-niveau in combinatie met drie maal E-niveau op Cito spelling.
  • de leerling heeft gedurende ten minste een half jaar volgens een beproefde methodiek een uur per week extra ondersteuning gekregen op het gebied van technisch lezen of spelling van een daarvoor opgeleide trainer.
  • er is geen sprake van andere mogelijke oorzaken voor de ontstane achterstanden.

Dyslexieonderzoek kan door ouders in gang worden gezet vanaf eind groep 4 via een van de zorgverleners op dit gebied waarmee de gemeente waarin zij wonen een convenant heeft afgesloten.
Ook bij leerlingen met minder ernstige lees- en spellingproblemen kan sprake zijn van dyslexie, zeker als de scores voor inzichtelijk rekenen en begrijpend lezen heel hoog zijn. Zij komen helaas alleen in aanmerking voor onderzoek en behandeling op kosten van de ouders. Ook dan moet worden voldaan aan de voorwaarde dat er voldoende hulp is geboden en de problemen desondanks hardnekkig zijn. Deze hulp kan gegeven worden in de groep, maar soms is dit niet voldoende. Dan kunnen ouders ervoor kiezen om extra hulp bij externe bureaus te zoeken.

We raden ouders die dyslexieonderzoek in gang willen zetten aan om, voor zij contact opnemen met een onderzoeker/behandelaar, eerst te bespreken met de stamgroepleider van hun kind of de hardnekkigheid van de problemen wel kan worden aangetoond. Er bestaat ook een mogelijkheid om in groep 8 aan een verkort onderzoek mee te doen bij de schoolbegeleidingsdienst.

Handelingsprincipes

Met dyslectische leerlingen en leerlingen bij wie we dyslexie vermoeden, werken we volgens handelingsprincipes die een brede begeleiding mogelijk maken.
Dit zijn de A-B-C-D-E-principes:
Accepteren, Begrijpen, Compenseren, Dispenseren en Extra leerhulp.

Accepteren

Door te accepteren dat de ontwikkeling van het lezen en spellen anders verloopt dan we verwachten en de leertijd langer zal duren en extra inspanning zal vergen, trachten we schadelijke emotionele gevolgen te voorkomen.

Begrijpen

Naast acceptatie is het noodzakelijk dat zowel de leerling zelf, als zijn omgeving de problemen bij lezen en spellen begrijpen. Het gaat dan om de bewustwording: ik leer anders dan jij, ik heb er hulp bij nodig, ik moet er meer voor doen.

Compenseren

Dyslectische kinderen hebben ook sterke kanten. Door hun sterke kanten te leren inzetten, proberen wij hen informatie goed te laten verwerken. Afhankelijk van de leerling en de adviezen in de dyslexieverklaring zetten we hulpmiddelen in zoals bv. computer, gesproken teksten, rekenmachine, tafelkaart.

Dispenseren

Dyslectische leerlingen werken langzamer. Zij kunnen hun aandacht bij schriftelijke taken moeilijker verdelen over de benodigde taakaspecten, doordat deelprocessen minder goed geautomatiseerd zijn. Daarom is het soms nodig het werk te veranderen, de hoeveelheid werk te verminderen, enz.

Extra leerhulp

Extra leerhulp in de groep op het gebied van technisch lezen en/of spelling door stamgroepleider of door particuliere RT.